De waarnemingsvelden spruitkool, opgevolgd door het Proefstation voor de Groenteteelt, situeren zich in de regio’s Leest, Merchtem en Sint-Amands. Samen met de andere Vlaamse proefcentra worden jaarlijks ongeveer 8 spruitkoolpercelen opgevolgd.

De waarnemingsvelden bloemkool bevinden zich in Bornem, Puurs en Sint-Katelijne-Waver. In totaal worden jaarlijks ongeveer 12 bloemkoolpercelen opgevolgd in Vlaanderen.

Waarnemen van koolmot gebeurt door middel van deltavallen. In de driehoekige vallen is een lijmbodem en een feromoon bevestigd dat een aantrekkingskracht uitoefent op de mannelijke individuen. Naast het gebruik van feromoonvallen werd ook het gewas gecontroleerd op de aanwezigheid van rupsen.

De populatie van de koolvlieg (Delia radicum) wordt opgevolgd met behulp van klokvallen. In doorschijnende klokvallen wordt een gele plakval en een lokstof bevestigd. De volwassen koolvliegen worden aangetrokken door de geurstof. De koolbladvlieg (Pegohylemia fugax) kan veel schade berokkenen in vroege bloemkool. De vluchten van deze vlieg worden opgevolgd met gele waterbakken.

Luizen en rupsen in de koolgewassen worden opgevolgd door visuele gewascontrole. Planten worden gecontroleerd op aanwezigheid van bladluizen en rupsen. Vooral rupsen van koolmot, klein koolwitje, kooluil en groot koolwitje worden vaak waargenomen.

Meer info over ziekten en plagen in de koolteelt.