In de provincie Antwerpen staan 3 proefcentra in voor de opvolging van de aanwezige rode MAP-meetpunten en de grondwaterputten in focusgebied voor grondwater. Het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) is vooral actief in de regio’s Geel, Ravels, Brecht, Kalmthout en Essen. Het Proefcentrum Hoogstraten (PCH) neemt de regio’s Wuustwezel, Brecht, Malle, Rijkevorsel, Hoogstraten, Merksplas en Beerse voor zijn rekening. Klein Brabant en de ruime Mechelse regio is het werkingsgebied van het Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW).

 
In deze regio’s is focusgebied oppervlaktewater en/of focusgebied grondwater afgebakend. Afbakening van de focusgebieden oppervlaktewater gebeurt op basis van zogenaamde VHA-zones (Vlaamse Hydrologische Atlas). In zo’n VHA-zone kunnen verschillende MAP-meetpunten gelegen zijn. Als 1 van deze MAP-meetpunten rood is, wordt dit gebied ingekleurd als focusgebied voor oppervlaktewater. Wanneer alle MAP-meetpunten in zo’n focusgebied groen kleuren gedurende 2 jaar, wordt dit gebied in het daaropvolgende jaar niet langer als focusgebied gezien.

 

focus oppervlaktewater 2014

Figuur 1 Focusgebieden oppervlaktewater voor provincie Antwerpen in 2014 (legende: grijs: geen meetplaats, donkergroen: geen focus, blauw: geen focus 2xbonus, geel: geen focus gedelibereerd, licht groen: focus met bonus, oranje: nieuwe focus, rood: blijft focus)

 

focus oppervlaktewater 2014

 Figuur 2 Focusgebieden grondwater provincie Antwerpen in 2014 (legende: grijs: geen meetplaats, donkergroen: geen focus, blauw: geen focus 2xbonus, geel: geen focus gedelibereerd, licht groen: focus met bonus, oranje: nieuwe focus, rood: blijft focus)

 

Evolutie MAP-meetpunten Prov Antwerpen 2010-2013

Figuur 3 Evolutie van het aantal rode MAP-meetpunten en het aantal overschrijdingen voor de provincie Antwerpen van 2010 tot heden

 

Evolutie rode MAP-meetpunten

Europa stelde als streefdoel dat in 2014 slechts 16% van de MAP-meetpunten rood gekleurd mag zijn. Voor de provincie Antwerpen is het aantal rode MAP-meetpunten sinds 2010 aanzienlijk gedaald. Zo hadden in de periode 2010 tot 2011 nog 25% van de MAP-meetpunten in de provincie 1 of meerdere overschrijdingen van de nitraatnorm. Dit daalde in het meetjaar 2012-2013 tot 17% en momenteel bedraagt het percentage rode MAP-meetpunten 18%. Bij deze laatste moet opgemerkt worden dat het huidige meetjaar voor VMM eindigt op 30 juni 2014. Er is een duidelijke afname waar te nemen van het totaal aantal overschrijdingen in de provincie. In het meetjaar 2010-2011 waren dit er nog 152 waar dit in 2012-2013 was gedaald tot 67 overschrijdingen. In het huidige meetjaar is dit aantal terug licht toegenomen tot voorlopig 72. Eén van de realisaties van het CVBB Antwerpen is de verplaatsing van 2 rode MAP-meetpunten. Concreet ging het om het MAP-meetpunt van de Molenbeek in Essen waar het MAP-meetpunt zich bevond net nadat de waterloop Nederlands grondgebied was gepasseerd waar volgens metingen van het CVBB aanrijking van het water plaatsvond. Ook het MAP-meetpunt van de Koningsbeek werd verplaatst t.g.v. niet-landbouw gerelateerde invloeden.

 
Voor een deel van de MAP-meetpunten kunnen we de verhoogde nitraatconcentraties toegeschreven worden aan groepen van percelen of bedrijven. Via drainagebuizen of afvoerbuizen wordt het vaak duidelijk waar de aanrijking van het oppervlaktewater gebeurt. Anderzijds zijn er ook MAP-meetpunten waar de aanleiding voor de overschrijding(en) minder duidelijk zijn. Voor die MAP-meetpunten lijkt de uitspoeling van nitraat te komen vanuit percelen over het gehele afstroomgebied. In die gevallen werden in 2012 en 2013 door CVBB nitraatresidu’s gemeten op de percelen langs de waterloop, mits de goedkeuring van de landbouwers. Bedoeling hiervan is te achterhalen welke percelen tot meer uitspoeling kunnen leidden. De afgelopen jaren was duidelijk vast te stellen dat de ernst van de overschrijdingen sterk uiteen loopt tussen de verschillende MAP-meetpunten. Sommigen flirten met de drempel van 50 mg nitraat per liter, terwijl andere punten er ieder jaar meerdere maanden ver bovenuit komen.

 
Enkele punten evolueerden door de jaren heen spontaan naar steeds minder en minder hoge overschrijdingen. Toch is er voor het gros van de punten nog steeds werk voor de boeg. Naast nitraatuitspoeling die zijn oorzaak vindt in akkerbouw of open lucht vollegrondsteelten, speelt in Antwerpen ook glastuinbouw voor verschillende MAP-meetpunten een doorslaggevende rol. Meermaals werden hoge tot zeer hoge nitraatconcentraties vastgesteld op delen van waterlopen waar voordien maanden tot jaren zeer lage concentraties gemeten werden. Een continu opvolging van de ganse waterloop blijft dus belangrijk om alle mogelijke oorzaken te kennen.